Context
Het systeem van loopbaancheques wordt hervormd naar een loopbaankrediet met zes uur loopbaanbegeleiding.
Prijs per cheque stijgt naar 90 euro, vergoeding voor begeleider daalt van 150 naar 90 euro per uur.
Nazorg vervalt; invoering vanaf 1 januari 2027.
Het plafond van 1000 cheques per maand is opgeheven, maar werd zelden bereikt.
Belangrijkste vragen en standpunten per parlementslid
1. Eva Platteau (Groen)
Vragen:
Hoeveel cheques werden in september en oktober aangekocht? Werd het plafond nog gehanteerd?
Hoeveel loopbaancentra zijn gesloten?
Hoe wordt de opgebouwde expertise van de sector behouden?
Wat zijn de kosten en werklast voor het Departement Werk?
Hoe garandeert u kwaliteitsbewaking en toegankelijkheid, inclusief voor kwetsbare groepen?
Bent u bereid om in overleg te treden met sociale partners voor een evenwichtigere hervorming?
Standpunt:
Kritisch over het gebrek aan overleg met sociale partners.
Vindt dat de minister de waarde van loopbaanbegeleiding als instrument voor duurzame loopbanen onderwaardeert.
Waarschuwt dat de hervorming de sector kan uithollen en expertise kan verliezen.
2. Tom Lamont (Vlaams Belang)
Vragen:
Wie voert het onderzoek naar doelmatigheid van loopbaancheques uit en welke methodologie wordt gebruikt?
Hoe worden niet-gediplomeerde coaches gecontroleerd?
Hoe wordt kwaliteit en objectiviteit van coaches gegarandeerd?
Welke indicatoren worden gebruikt om effectiviteit en resultaten te meten, bijvoorbeeld i.v.m. burn-outs?
Standpunt:
Loopbaanbegeleiding moet gekoppeld zijn aan resultaten en degelijke opleiding van coaches.
Waarschuwt voor onbevoegde coaches.
3. Robrecht Bothuyne (CD&V)
Vragen:
Hoe garandeert u dat aanbod niet verschraalt en toegankelijk blijft voor alle werknemers?
Welke maatregelen voorkomen dat erkende centra verdwijnen?
Hoe wordt kwaliteitsbewaking uitgevoerd en blijft er ruimte voor maatwerk?
Hoe worden kwetsbare groepen bereikt?
Hoe wordt de effectiviteit van het vernieuwde systeem opgevolgd en geƫvalueerd?
Standpunt:
Sectorexpertise moet behouden blijven, samenwerking met sociale partners is cruciaal.
Pleit voor integratie van loopbaankrediet met andere opleidingen/loopbaaninitiatieven.
4. Tom Ongena (Open Vld)
Vragen:
Hoe reageert u op het negatieve SERV-advies?
Zult u in overleg treden met sociale partners en sectorfederaties?
Is er een impactanalyse uitgevoerd over financiƫle leefbaarheid van centra en coaches?
Hoe waarborgt u voldoende gekwalificeerde coaches en betaalbare, toegankelijke loopbaanbegeleiding?
Standpunt:
Hervorming creƫert onzekerheid en kan verlies van sectorexpertise veroorzaken.
Waarschuwt voor abrupte wijzigingen die het bestaande goed functionerende systeem onder druk zetten.
Antwoorden van minister Zuhal Demir
Hervorming en budget:
Hervorming wordt doorgevoerd; er komt geen wijziging in conceptnota.
Geld wordt rechtstreeks aan begeleiders gegeven, niet via tussenstructuren, om efficiƫntie en transparantie te verhogen.
Hogere eigen bijdrage: 50 euro voor 2 uur advies, rest gesubsidieerd door overheid.
Aantal cheques en centra:
Gemiddeld worden duizend cheques per maand uitgegeven; fluctueert door annuleringen en terugbetalingen.
Gemiddeld worden duizend cheques per maand uitgegeven; aantal centra daalde met 12 volgens VDAB.
Kwaliteit en controle:
Alleen gekwalificeerde coaches met diploma, ervaring en erkende beroepskwalificatie behouden hun rol.
Kleine centra kunnen nog samenwerken met coaches, maar zijn niet verplicht.
Misbruik wordt aangepakt en de rol van tussenstructuren verminderd.
Reactie op SERV-advies:
Minister ziet hervorming als noodzakelijke rationalisering, geen kwaliteitsverlies.
Hervorming past binnen begrotingsdiscipline; doel is een eerlijk, transparant en kwaliteitsvol systeem.
Toegankelijkheid en begeleiding:
Loopbaanbegeleiding blijft beschikbaar voor iedereen die dat nodig heeft; prioriteit ligt bij professionele, duurzame begeleiding.
Minister benadrukt individuele vrijheid en dat de Vlaamse belastingbetaler efficiƫnt met middelen wordt ondersteund.
Conclusies en observaties uit het debat
De hervorming richt zich op een transparanter, kostenefficiƫnter en kwaliteitsvol systeem, maar de sector en verschillende partijen blijven kritisch over het behoud van expertise, toegankelijkheid en overleg met sociale partners. De komende maanden zullen cruciaal zijn om te zien hoe de overgang praktisch verloopt en hoe het werkveld reageert.